
De stille saboteur van groei:
waarom slechte modellen
slecht zijn voor ons brein.
Q&A Interview
Vraag: In welke mate is er een wetenschappelijk draagvlak om te stellen dat het gebruik van pseudowetenschappelijke tools, achterhaalde theorieën en niet-gevalideerde instrumenten niet alleen te vermijden is, maar zelfs mentaal schadelijk kan zijn? Om het met een metafoor te zeggen: Bullshit in, bullshit out,
Ja, dat kun je terecht stellen — en je metafoor “bullshit in, bullshit out” is niet alleen krachtig, maar ook onderwijskundig en psychologisch verdedigbaar. Vanuit de leerpsychologie, kennisconstructie en cognitieve belastingstheorie zijn pseudowetenschappelijke tools en ondeugdelijke mentale modellen meer dan onschuldig tijdverlies — BiBo-modellen kunnen het leren daadwerkelijk schaden en zelfs mentaal belastend zijn.
Vraag: Kan je eerst uitleggen wat een mentaal model is?
Een mentaal model is een interne voorstelling in je hoofd van hoe iets werkt. Kort gezegd: het is hoe jij dénkt dat iets werkt. Het helpt je om:
- situaties te begrijpen,
- beslissingen te nemen,
- en gedrag te voorspellen.
Voorbeeld:
Als je een deurklink naar beneden duwt om een deur te openen, doe je dat omdat je een mentaal model hebt van hoe deuren meestal werken. Als je automatisch stopt voor een rood licht, dan komt dat doordat je een mentaal model van verkeersregels hebt — je “weet” dat je moet stoppen.
Vraag: Kan je gerespecteerde onderzoekers citeren die onderbouwd en genuanceerd uitleggen waarom het aanleren van foute modellen schadelijk kan zijn?
Zeker. Pseudomodellen zijn gevaarlijk omdat ze foutieve mentale schema’s opbouwen die het denken, leren en handelen systematisch vertekenen. Ze versterken incorrecte aannames en leiden zo tot misverstanden, verkeerde beslissingen en leerproblemen.
In een leeromgeving — onderwijs, training of coaching — wijzen leerspecialisten zoals Ausubel op het belang van correcte voorkennis voor een effectief leerproces.
The most important single factor influencing learning is what the learner already knows. (Ausubel, 1968)
Wat je weet, bepaalt wat je leert. Als je dan foute of simplistische theorieën aanleert (bijv. leerstijlen van Kolb, allerhande types, kleurentesten…), dan bouw je een mentaal model dat:
- nieuwe informatie zal vertekenen,
- moeilijk te corrigeren is,
- en tot misleidende beslissingen leidt — zeker in HR, coaching of onderwijs.
Vraag: Dus als ik het goed begrijp, maak je het jezelf extra lastig én kan het zelfs leiden tot nefaste keuzes?
Precies. Deze foute modellen zorgen voor verhoogde cognitieve belasting. Als iemand later met een beter onderbouwd model in contact komt (zoals Big Five, SDT, RMP of evidence-informed coaching), moet die:
- de oude, foutieve kennis onderdrukken,
- en de nieuwe kennis integreren.
Dat vraagt extra werkgeheugen en verhoogt de kans op verwarring, weerstand of afwijzing van het nieuwe model.
Vraag: Is dat mogelijk ook één van de redenen waarom mensen die slachtoffer werden van deze modellen zichzelf koste wat het kost verdedigen? Per slot van rekening treft hen toch geen schuld — ze zijn goedwillend in de valkuil van malafide aanbieders gestapt?
Je merkt dat scherp op. Mensen die in een edutainment-setting een aangename dag beleefden en daar foute modellen aangereikt kregen, gaan er vaak automatisch van uit dat de inhoud deugdelijk was. Zeker als die foute modellen door zelfverklaarde experts worden aangeleerd en door grote bedrijven of instellingen worden gebruikt. Deze neiging noemen psychologen de confirmation bias.
Confirmation bias is de cognitieve vertekening waarbij mensen geneigd zijn informatie te zoeken en te interpreteren op een manier die hun bestaande overtuigingen bevestigt, terwijl ze conflicterende gegevens verwerpen of negeren. (Kahneman, 2011)
Mensen verdedigen foutieve modellen vaak met grote overtuiging, zelfs wanneer er correcte alternatieven worden aangereikt. Dit wordt verklaard door de confirmation bias, de neiging om informatie te selecteren of te interpreteren in lijn met wat men al gelooft (Nickerson, 1998).
Dat leidt tot:
- emotionele weerstand tegen betere inzichten,
- en hardnekkige misvattingen die blijven voortbestaan, zelfs na correcte uitleg.
Vraag: Wat me zorgen baart, is het feit dat BiBo-tools tot verkeerde keuzes kunnen leiden. We bevinden ons dan toch op een delicaat moreel terrein?
Klopt. Verschillende auteurs en onderzoekers hekelen deze praktijken net om die reden: omdat foutieve modellen kunnen leiden tot verkeerde levenskeuzes. In coaching, onderwijs, HR of leiderschap kan dit leiden tot:
- etikettering,
- onrealistische beloftes,
- job mismatch
- polarisering en interpersoonlijke conflicten
- interventies die averechts werken en bakken geld kosten
- enz.
Dus ja: Bullshit in → slechte mentale schema’s → verstoorde interpretatie → slechter leren en functioneren.
Verschillende onderzoekers hekelen deze praktijken expliciet. Onder anderen Lilienfeld (2010) en Lane (2007) wijzen erop dat foutieve modellen niet alleen ineffectief zijn, maar zelfs moreel problematisch: ze misleiden mensen, kunnen leiden tot verkeerde keuzes, en schaden het leerproces. In zijn blogs over onderwijs waarschuwt Paul A. Kirschner bijvoorbeeld voor “eduquacks” en pseudo-eminenties: opiniemakers en populaire ‘grote namen’ die ondeugdelijke niet onderbouwde meningen verspreiden die meer kwaad dan goed doen in leeromgevingen (Kirschner 2020), maar wel een schare aan likers hebben en nog meer populistische boeken verkopen. Hij stelt: “Is het niet langzamerhand tijd om af te stappen van ons geloof in ‘eminenties’ en over te stappen op bewijs?”
Vraag: Kan je in dit kader spreken van pigeonholing?
Zeker. Pigeonholing betekent dat je iemand vastzet in een hokje op basis van een simplistisch model (type, kleur, stijl…). Dit is problematisch omdat het:
- de kijk op mensen vernauwt,
- ontwikkeling beperkt,
- vooroordelen versterkt,
- conflicten kan veroorzaken,
- enz.
Mensen zijn altijd méér dan één label.
Het gebruik van typologische modellen leidt tot een pigeonholing-effect, waarbij mensen ten onrechte worden vastgezet in vaste categorieën. Dit beperkt hun zelfbeeld, beïnvloedt beslissingen op basis van stereotiepe verwachtingen en kan persoonlijke of professionele ontwikkeling remmen.
In de politiek zien we waartoe denken in absolute ongenuanceerde vakjes leidt: “Hoe meer mensen elkaar in hokjes stoppen met persoonlijke oordelen, hoe meer ze polariseren. Denken in “zij zijn zó” leidt tot meer conflict en afstand. (Rothschild, 2019)
Vraag: Dus is het belangrijk – en om o.a. zelfs polarisering te voorkomen, zelfs maatschappelijk essentieel – om mensen zo vroeg mogelijk te hoeden voor inaccurate, flawed mentale modellen. Klopt dat en wat werkt dan wél?
Kirschner e.a. biedt hier heldere inzichten. Hij waarschuwt expliciet voor het gebruik van foute mentale modellen. Een kernboodschap geparafraseerd:
Als een student een verkeerd mentaal model ontwikkelt, dan leert hij iets dat niet klopt — en hoe meer hij oefent, hoe dieper het fout zit. (Kirschner & Hendrick, 2020)
Misconcepties worden sterker door herhaling, en zijn later moeilijk te ontleren.
Een fout mentaal model werkt dan als een slechte kaart:
- je denkt dat je de weg kent,
- maar je komt er niet,
- en elke nieuwe poging maakt het erger.
CONCLUSIE
Het gebruik van pseudowetenschappelijke modellen, achterhaalde theorieën en niet-gevalideerde tools is geen onschuldige keuze.
Het leidt tot foutieve niet-accurate mentale modellen die:
- het leerproces verstoren,
- misvattingen versterken,
- en uiteindelijk schadelijke gevolgen kunnen hebben op persoonlijk, professioneel en maatschappelijk vlak.
Wie werkt in HR, onderwijs of coaching draagt hierin een verantwoordelijkheid:
✅ Kies voor evidence-informed modellen die conceptueel kloppen en de werkelijkheid zo accuraat mogelijk representeren — in het besef dat wetenschappelijke kennis zich steeds ontwikkelt en geen eeuwige waarheden biedt, maar een voortdurend streven naar betere inzichten impliceert,
✅ Vermijd simplistische pigeonholing,
✅ Werk aan duurzame ontwikkeling, en maak vandaag nog komaf met populaire maar lege inzichten.
Want uiteindelijk geldt:
“Bullshit in, bullshit out” — Wie onzin zaait in het hoofd van een lerende, oogst verwarring, weerstand en verkeerde keuzes. Goede intenties volstaan niet. Elk lerend individu verdient correcte kennis — en geen educatieve folklore.
Wim Olbrechts, RMP Equity-partner
.
Bronnen
- Ausubel, D. P. (1968). Educational psychology: A cognitive view. Holt, Rinehart and Winston.
- Grant, A. M. (2012). An integrated model of goal-focused coaching: An evidence-based framework for teaching and practice. International Coaching Psychology Review, 7(2), 146–165.
- Kahneman, D. (2011). Thinking, fast and slow. Farrar, Straus and Giroux.
- Kahneman, D. (2012). Ons feilbare denken. Business Contact.
- Kirschner, P. A., Sweller, J., & Clark, R. E. (2006). Why minimal guidance during instruction does not work. Educational Psychologist, 41(2), 75–86.
- Kirschner, P. A., & Hendrick, C. (2020). How Learning Happens. Routledge.
- https://didactiefonline.nl/blog/paul-kirschner/eminence-based-onderwijs-of-de-terreur-van-overbekende-eduquacks
- Lilienfeld, S. O., Lynn, S. J., Ruscio, J., & Beyerstein, B. L. (2010). 50 Great Myths of Popular Psychology. Wiley-Blackwell. Lane, D. M. (Ed.). (2007). Introduction
- Nickerson, R. S. (1998). Confirmation bias: A ubiquitous phenomenon in many guises. Review of General Psychology, 2(2), 175–220. https://doi.org/10.1037/1089-2680.2.2.175
- Pfeffer, J., & Sutton, R. I. (2006). Hard facts, dangerous half-truths, and total nonsense: Profiting from evidence-based management. Boston, MA: Harvard Business School Press.
- Rothschild, J. E., Howat, A. J., Shafranek, R. M., & Busby, E. C. (2019). Pigeonholing partisans: Stereotypes of party supporters and partisan polarization. Political Behavior, 41(2), 423–443.